S.S. Towa
In februari 1940 monstert Jaap aan op de S.S. Towa, eigendom van de N.V. Maatschappij Vrachtvaart met een tonnage van 5418 ton. Het schip staat onder bevel van kapitein Willem Smit die later in de oorlog meerder keren wegens dapperheid werd onderscheiden, hierover later meer. Jaap krijgt aan boort van de S.S. Towa dezelfde functie als op het vorige schip namelijk kapiteinsbediende en zal hierdoor dagelijks te maken hebben met deze dappere kapitein.
Inmiddels is de situatie op zee dramatisch veranderd en waart het spook van de onderzeese dreiging overal rond. Schepen die voor de geallieerden varen worden in deze periode massaal gekelderd door de aanwezige U-boten. Deze opereren regelmatig in een zogenaamd wolfpack waarbij de wolven dus vervangen zijn door een roedel Duitse onderzeeërs die in deze formaties voornamelijk de Atlantische oceaan onveilig maken. Zeker in 1940 hebben de Duitse U-boten nagenoeg vrij spel en zal het voor de bemanning regelmatig als het winnen van de loterij gevoeld hebben wanneer de volgende haven veilig bereikt werd. In eerdere hoofdstukken werd al duidelijk dat varen onder neutrale vlag geen garantie was om de oversteek veilig te kunnen maken.
Van de vier zeeschepen waarop Jaap net voor en tijdens de oorlog aanmonstert zullen er 3 tot zinken worden gebracht. Het schip dat zelf niet zinkt, brengt bij een aanvaring een Canadees marineschip genaamd de HCMS Windflower (K155) tot zinken waarbij alle bemanning omkomt. In dit hoofdstuk is er dan ook een slachtofferlijst opgenomen van de diverse schepen. 38 Namen in totaal waarvan er velen Jaaps directe collega geweest zullen zijn toen hij aan boord was, dit is overigens nog zonder de 23 slachtoffers op de Windflower. De zee zal gedurende de oorlog voor velen een zeer vijandelijke omgeving blijken te zijn die hen het leven zal kosten. Je zult echter in onderstaande tekst lezen dat de zeegoden Jaap meer dan eens goed gezind waren.
Integendeel, inmiddels waren er medio februari 1940 namelijk al 9 Nederlandse schepen getorpedeerd ondanks onze neutraliteit. De spanning onder de bemanning zal daardoor zeker voelbaar geweest zijn, een spanning die alleen maar zal toenemen door alles wat de bemanning en dus ook Jaap onderweg op de S.S. Towa zullen zien. De oorlog zal namelijk in alle facetten dichtbij komen maar eerst volgt de eerste stop voor Jaap, Antwerpen. De stad die uiteindelijk een rol gaat spelen in de belangrijkste slag van zijn oorlogsjaren, de Slag om de Schelde.Vanuit Antwerpen wordt met 60 ton ijzer koers gezet richting Zuid-Amerika met als eindbestemming Rosario in Argentinië. De eerste stop is de Engelse plaats Dungeness maar op 19 maart 1940 ziet Jaap voor het eerst de Copacobana een bekende wijk in Rio de Janeiro alwaar de S.S. Towa de haven binnenkomt. Hierna volgt de haven van Santos om op 25 maart 1940 in de haven van Montevideo aan te komen. Voordat zij de haven inlopen zijn Jaap en de bemanning de stille getuige van de eerste zeeslag uit de Tweede Wereldoorlog die voor de kust in Zuid-Amerika in december 1939 is uitgevochten, de Graf Spee, een kruiser uit de Deutschlandklasse. De Graf Spee is na de slag zwaar gehavend de neutrale haven van Montevideo binnengelopen. Uruguay voor wie Groot-Brittannië een belangrijke handelspartner is sommeert kaptein Hans Langdorff echter om de haven weer te verlaten zodat de relatie met belangrijk handelspartner Groot-Brittannië niet op het spel komt te staan. Op 17 december geeft de kapitein gehoor aan dit verzoek en vertrekt met zo min mogelijk bemanning uit de haven.
Zijn bedoeling is namelijk niet om uit te varen maar om het schip op te blazen zodat het niet in handen van de vijand komt. Het schip is dermate beschadigd dat zonder reparaties het gevecht met de wachtende geallieerden sowieso geen zin heeft. Met een luide knal vliegt het schip in brand en zinkt uiteindelijk in de baai voor Montevideo. In het hoofdstuk over de Graf Spee vertel ik meer over het schip en de zeeslag bij Rio de la Plata. Het aanzicht van het wrak van de Graf Spee zal Jaap getuige de interviews altijd bij blijven. Iets wat in deze interviews niet naar voren komt is zijn aanvaring met de arrogante bemanning van de Graf Spee.
Volgens eigen zeggen leren ze deze kerels een toontje lager zingen door wat klappen uit te delen, na de oorlog bokst Jaap overigens actief als amateurbokser getuige zijn lidmaatschapskaart. Het Amerikaanse krantenartikel waarin dit beschreven wordt is in het hoofdstuk over de Verenigde Staten volledig te lezen. Het is in ieder geval Jaap zijn eerste confrontatie maar zeer zeker niet de laatste met de vijand die zijn pad nog vele malen zal doorkruisen. Tijdens een avond stappen komt Jaap samen met een aantal bemanningsleden op het pad van deze mannen van de Kriegsmarine.
Video van de beschadigde Graf Spee inclusief ceremonie voor de gesneuvelde Duitsers.
Na een aantal dagen laden en lossen wordt de weg vervolgd richting het verderop gelegen Buenos Aires. De terugtocht wordt vanuit Rosario op 13 april 1940 aangevangen. De S.S.Towa is in Zuid-Amerika geladen met diverse goederen zoals, gierst, tarwe en koffie onderweg terug naar Europa. Onderweg worden nog diverse Zuid-Amerikaanse havens aangedaan waarbij op 27 april 1940 de oversteek over de Atlantische oceaan wordt aangevangen waarbij het de bedoeling is om voordat Antwerpen aangedaan wordt ook te lossen in de geboorteplaats van Jaap, Rotterdam. Het loopt echter allemaal anders. Terwijl de S.S. Towa ter hoogte van de Azoren vaart komt het nieuws binnen dat Nederland is aangevallen door de Duitsers. Op 11 mei 1940 loopt de S.S. Towa de haven van St. Vincent op de Azoren binnen. Tijdens het verblijf hier wordt koortsachtig gewerkt aan het overschilderen van de S.S. Towa. Zo wordt een reis die het schip al vele malen bijna routinematig heeft gemaakt plotsklaps een hele bijzondere die door Jaap en de bemanning nooit meer vergeten zal worden. Op volle zee zullen zij horen dat Nederland is gecapituleerd na zware bombardementen op Rotterdam. Na het eerste ongeloof zal al snel ingedaald zijn dat een terugkeer naar huis en haard niet meer tot de mogelijkheden behoort en dat het laatste afscheid van geliefden en familie voorlopig voor onbepaalde tijd blijkt te zijn geweest. Voor veel families zal het lot nog erger blijken te zijn wanneer 18 bemanningsleden nooit meer thuiskomen. Het onvermijdelijke blijkt dan toch te zijn gebeurd en plaatst nagenoeg elke Nederlander buiten de grenzen uiteindelijk in een positie die tot strijd tegen de bezetter gaat leiden. Voor Jaap betekent het voorlopig dat zijn inzet in deze strijd op zee zal plaatsvinden waarbij hij al binnen enkele weken geconfronteerd gaat worden met de wanhoop en ellende die met een oorlog gepaard gaan. De S.S. Towa wijkt namelijk uit richting Engeland waarbij zij op 21 mei 1940 aankomen in Falmouth. Hier zal de bemanning ongetwijfeld op verschillende manieren ter oren komen dat de oorlog voor de geallieerden desastreus verloopt op dat moment. Het Franse leger tezamen met het Britse Expeditionaire Leger worden door de Duitse opmars totaal overrompelt, een methode die al snel bekend wordt onder de term Blitzkrieg.
Precies op het moment dat Jaap zich in het zuiden van Engeland bevindt start Operatie Dynamo om zoveel mogelijk geallieerde soldaten te laten ontsnappen. Ongeveer elk vaartuig van jacht tot marineschip die het kanaal kan oversteken wordt ingezet om Franse en Britse troepen te ontzetten. In interviews praat Jaap hier soms kort over, hoe hij bij terugkeer in Engeland de ellende van de terugkeer van deze troepen ziet. Vaak wordt hierin ook de toekomstige thuishaven van de S.S. Towa genoemd.
Video van het Imperial War Museum over Operatie Dynamo en de evacuatie van vluchtende soldaten uit Duinkerken.
Deze plaats in Wales ligt echter ver uit de route van Operatie Dynamo en blijkt ook niet de locatie van de S.S. Towa te zijn gedurende de terugtocht van de verslagen militairen. De S.S. Towa wordt juist op het moment dat de operatie start langs diverse havens gestuurd die massaal troepen ontvangen. Het moet voor Jaap een ongelofelijk niet te bevatten schouwspel geweest zijn om deze mannen te zien terugkeren in een armada van schepen die bevolkt worden door geschokte, gedemoraliseerde, gehavende en vaak gewonde troepen. Waarom er juist tijdens deze operatie gekozen wordt om de S.S. Towa dwars door het gebied van de evacuatieroutes te laten varen is mij een raadsel. Het schip verplaatst zich na meerdere havens aangedaan te hebben op 31 mei 1940 vanuit Weymouth dicht langs de kust richting Newcastle. Het is dus middenin de operatie wanneer de S.S. Towa door het gebied wordt gestuurd zonder hulp en nagenoeg zonder dekking verplaatst het schip zich in het zicht van de Duitsers. Jaap beschrijft in een brief dat hij de rookpluimen op de Franse kust ziet opstijgen en dat hij de lijken en brokstukken in zee ziet drijven. Er wordt ook gesproken over een eerste beschieting van de S.S. Towa, of dit vuur specifiek voor het schip bedoeld was is niet bekend, de Duitsers bestookten de vluchtende militairen namelijk voortdurend. Het zal er echter voor Jaap en de bemanning weinig toe gedaan hebben, het is hun eerste heftige confrontatie met oorlogshandelingen waarbij nu duidelijk wordt dat hun leven continue in gevaar is.
Waar Jaap en de bemanning ooggetuige van zijn is niet anders te beschrijven dan een hel op aarde. Tijdens operatie Dynamo worden door vereende krachten gelukkig 338226 militairen gered. Aan deze redding nemen overigens ook nog 60 Groningse schepen deel die samen 22.698 militairen redde. Hierbij gingen 7 Groningse schepen door Duitse beschietingen verloren.

Kaart logboek met locatie gedurende Operatie Dynamo. National Archives
Er volgen in de komende weken van juni 1940 nog veel Britse plaatsen waarna op 20 juni 1940 koers wordt gezet richting Wabana, in Newfoundland en Labrador in Canada. Zoals nu gebruikelijk wordt er in konvooi gevaren met de code HX-58 waarbij marineschepen proberen de schepen te beschermen. Dit konvooi verplaatst zich zonder incidenten terug naar de nieuwe thuishaven Cardiff waar het schip op 12 augustus 1940 aankomt. Het zal de laatste reis voor Jaap en zijn maat L. Ringelenstijn op de S.S. Towa blijken te zijn. De kapitein van de S.S. Towa krijgt opnieuw de opdracht om op 26 augustus, deze keer leeg richting Wabana te vertrekken. Volgens de officiële lezing denken Jaap en zijn maat te horen dat het schip om 9.00 uur vertrekt de volgende ochtend, het blijkt echter dat de vertrektijd 7.00 uur is. Volgens een anekdote verteld op een van de vele reünies waar Jaap aanwezig is, zou het ook kunnen zijn dat beide mannen het net iets teveel naar hun zin hadden in Cardiff. Waarbij vrouwelijk schoon en hier en daar een drankje zorgde voor de uiteindelijke vertraging. Het is niet meer te verifiëren hoe het echt zit maar de uitkomst blijft hetzelfde. Beide mannen missen hun schip. Later zal blijken dat dit een van de beste fouten van hun leven blijkt te zijn. Voor nu echter hebben beide het gevoel dat zij dik in de problemen zitten en besluiten zich direct te melden bij de Nederlandse consul, ze willen namelijk voorkomen dat zij als deserteur of spion gezien worden. Tot hun verbazing spreekt de consul echter geen woord Nederlands en zorgt het gebrek aan communicatie ervoor dat beide mannen 4 weken in de gevangenis terecht komen. Mede uit angst voor een dreigend gevaar van infiltratie door Duitse spionnen in Groot-Brittannië gebeurt dus precies wat zij samen probeerden te voorkomen. Pas na interventie door de kapitein van de S.S. Zijpenberg komen beide vrij en monsteren zij aan op zijn schip.
Zoals eerder beschreven blijkt het hun beste fout want op een van de volgende trips door de S.S Towa wordt het schip aangevallen terwijl het in konvooi HX-92 vanuit Sydney richting Oban in Schotland vaart. Het konvooi komt na dagen slecht weer eindelijk in rustiger vaarwater, de vreugde blijkt echter van korte duur want op 11 december 1940 om 18.50 uur wordt de S.S. Towa midscheeps geraakt door een torpedo. Eerder die dag is het Nieuw-Zeelandse schip S.S. Rototura uit hetzelfde konvooi al verloren gegaan waarbij 22 bemanningsleden om het leven komen. Het is de U-96 onder bevel van kapitein-luitenant Heinrich Lehmann-Willenbrock die de torpedo op de S.S. Towa afvuurt. De U-96 zegt misschien niet iedereen direct iets maar de film Das Boot kent bijna iedereen. Het is diezelfde U-96 en kapitein die de hoofdrol spelen in deze iconische en beklemmende film over de oorlog op zee vanuit het perspectief van de bemanning op de U-96. De torpedo raakt het schip midscheeps aan stuurboordzijde waarbij de brug en alle reddingsboten en vlotten aan die zijde zwaar beschadigd worden. De bemanning begint het schip aan bakboordzijde te verlaten, als eerste via een reddingsboot die echter in paniek verkeerd te water wordt gelaten. Het resultaat al de aanwezigen slaan overboord behalve de stoker. Elf anderen lanceren een vlot en bereiken de enige overlevende uit de reddingsboot en zorgen tesamen dat de reddingsboot leeg gehoosd wordt om vervolgens over te stappen van het vlot naar de reddingsboot. Na een kwartier zijn alleen de kapitein en 4 bemanningsleden nog aan boord, zij stappen in de beschadigde reddingsboot aan stuurboord en blijven al hozend in de buurt van de S.S.Towa. Ze zien opeens een licht op zich afkomen wat al snel afkomstig blijkt te zijn van de U-96, om 19.30 uur vuurt deze een tweede torpedo af maar ook dan zinkt het schip nog niet.

U-96 loopt haven van St. Nazaire, Frankrijk binnen. Bundesarchiv bild 101II-MW-3712-
De kapitein van de U-96 besluit daarop het schip met het dekkanon te beschieten, recht over de 5 mannen in de reddingsboot heen. Pas na 16 granaten geïncasseerd te hebben zakt de S.S. Towa om 20.42 uur voor goed weg in de golven. 17 bemanningsleden worden gered en 18 mannen sneuvelen op zee, getuige het dagboek van Jaap en de gevonden interviews is hij er altijd van overtuigd geweest dat het schip met man en muis is vergaan. Dit blijkt dus niet zo te zijn. Het feit dat er overlevenden waren is tegenwoordig met het internet overigens ook een stuk makkelijker te achterhalen. In een van zijn fotoboeken rest slechts een stille getuige aan de S.S.Towa, een foto van de scheepskat. Hoe het met deze kat is afgelopen is niet duidelijk maar wat ik wel weet is dat maar weinigen een foto hebben van een kat die door de legendarische U-96 getorpedeerd is.

Scheepskat S.S. Towa hoogstwaarschijnlijk getorpedeerd door de U-96 Collectie J.W. Bothe
Kapitein Willem Smit was dus een van de 17 overlevenden die na zijn redding al snel weer het commando van een schip op zich nam, deze keer de S.S. Tiba. De beproevingen voor de kapitein blijken bij lange na nog niet voorbij wanneer het schip door Duitse vliegtuigen op 8 november 1942 wordt bestookt wanneer het deelneemt aan Operatie Torch. Het schip wordt ingezet om goederen te leveren tijdens de landing van de geallieerde troepen in Algiers, Oran, Rabat en Casablanca. Het is effectief de eerste Brits-Amerikaanse samenwerking waarbij wederom de koopvaardij bevolkt door bemanningsleden uit vele naties onmisbaar blijkt e zijn. Later in de oorlog zal de kapitein met zijn schip nogmaals door Duitse vliegtuigen bestookt worden, zijn manier van leidinggeven zorgt ervoor dat hij 2 keer de Bronzen leeuw en het Kruis van Verdienste krijgt uitgereikt. Zoals het lijkt is Jaap helaas van dit alles nooit op de hoogte geweest. Of de kapitein geweten heeft dat zijn jonge bediende op de S.S. Towa later als commando ook met een dapperheidsonderscheiding wordt onderscheiden zullen wij nooit weten. Ik ben er echter wel van overtuigd dat beide mannen trots op elkaar geweest zouden zijn. Op de slachtofferlijst herdenken wij de gesneuvelde bemanningsleden van de S.S. Towa van wie Jaap er velen gekend zal hebben en mee bevriend zal zijn geweest.

Uitbetaling als bediende op de S.S. Towa.

Logboek S.S. Towa getorpedeerd. National Archives