S.S. Zijpenberg
Het is zaterdag 21 september 1940 wanneer Jaap samen met zijn maat Ringelenstijn aanmonstert op de S.S. Zijpenberg na 4 weken gevangenschap in een Britse cel. Het is de kapitein van dit schip met een tonnage van 4973 ton varende voor de Firma Vinke & Co die beide heren uit hun benarde positie bevrijdt. Met een vers paspoort verstrekt door dezelfde consul die hen 4 weken eerder liet opsluiten gaan zij nieuwe avonturen tegemoet. Het zal blijken dat de tochten met de S.S. Zijpenberg de meest uitdagende uit Jaaps carrière op zee zullen zijn. Deze keer zal hij zich namelijk midden in de strijd op zee bevinden en wel op een van de slechtste plekken die je aan boord van een schip kunt bedenken.
Uit latere correspondentie blijkt dat zijn stapmaat die gelukkig ook de oorlog overleeft en zich vestigt in Cardiff, als hulpkok aan de slag kan. Jaap heeft echter minder geluk en krijgt zo ongeveer de zwaarste en smerigste functie aan boord. Jaap die inmiddels 18 jaar is wordt tremmer. Hij zal zich dus een jaar lang voornamelijk bevinden in de onderste regionen van het schip. Dit is een positie die los van het zware werk gezien de voortdurende dreiging om getorpedeerd te worden niet te benijden valt.
De tremmer zorgt er namelijk voor dat de lading van steenkool goed verdeeld wordt in de diverse kolenbunkers gedurende de reis. Dit gebeurde niet met geautomatiseerde apparatuur maar destijds gewoon middels mankracht en een schop. Het werk vind dus plaats in de kolenbunkers van het schip met nagenoeg geen licht en een ruimte vol kolengruis. Het was een taak aan boord die 24 uur per dag doorging omdat de voorraad kolen voortdurend veranderde door verbranding ten behoeve van de aandrijving. Het was dus van groot belang dat de voorraad kolen telkens opnieuw verdeeld werd om het schip goed in balans te kunnen houden. Deze taak zal het uiterste gevergd hebben van Jaaps uithoudingsvermogen en misschien wel de basis gelegd hebben voor zijn doorzettingsvermogen dat later bij No. 2 Dutch Troop van pas zou komen.
De eerste reis voor Jaap op de S.S. Zijpenberg vertrekt uit Cardiff op 24 september 1940 en voert hem opnieuw over de Atlantische oceaan richting Houston in de Verenigde Staten waar het schip op 18 oktober 1940 aankomt. Het schip maakt deel uit van het konvooi OB-220. Het konvooi verliest tijdens deze reis een schip. De S.S. Heminge kan het tempo van het konvooi niet bijbenen en wordt op 30 september 1940 getorpedeerd door de U-37 onder commando van Victor Oehrn die gezien wordt als een van de U-boot aces uit de Tweede wereldoorlog.
In slechts 5 maanden tijd keldert hij 23 vrachtschepen en een marineschip. Gelukkig voor Jaap en de bemanning van de S.S. Zijpenberg ontlopen zij deze U-boot die zelden lijkt te missen, het zal echter toch in het achterhoofd opgeslagen worden dat er weer een schip verloren is gegaan. Het grootste gedeelte van de bemanning wordt gelukkig gered en er valt 1 slachtoffer te betreuren.
Vanuit Houston wordt er op 25 oktober 1940 met een lading schroot via Bermuda koers gezet richting Sydney in Australië als onder deel van konvooi BHX-87. Over dit konvooi zijn verder geen bijzonderheden te vinden. Het schip komt in Sydney aan op 13 november 1940. Dat niet alleen de vijand een bedreiging is blijkt wel uit het logboek wanneer het schip op 22 november 1940 met konvooi SC-13 uit Sydney vertrokken en na 8 dagen op zee weer terug moet keren wegens schade. Het extreme weer heeft voor schade aan het schip gezorgd. Hoe het voor Jaap moet zijn op de plek in het schip waar hij zich bevindt bij weersomstandigheden die een schip kunnen beschadigen kunnen wij alleen maar raden. Ik persoonlijk met bescheiden ervaring op het water benijdt hem in ieder geval niet. Het schip komt door deze vertraging later aan en het lijkt erop dat de S.S. Zijpenberg door deze vertraging solo zonder bescherming van marineschepen de overtocht later voltooid. Het lijkt mij voor de bemanning met alle verhalen over het zinken van de vele schepen op dat moment geen prettig vooruitzicht, maar het werk moet nu eenmaal gebeuren. Op 12 december komt het schip uiteindelijk na veel vertraging aan in Halifax. Het zal niet de laatste keer zijn dat het schip door reparaties tijdelijk uit de vaart is.
Beelden van een onbekend konvooi uit 1941
Het is 2 januari 1941 wanneer de volgende trip met hoognodige voorraden alweer wordt aangevangen. Ditmaal is de S.S. Zijpenberg onderdeel van het konvooi S.C. 18. De afkorting staat overigens voor “slow convoy”, niet echt een bemoedigende term wanneer je een oceaan vol U-boten moet oversteken! Het konvooi heeft als eindbestemming Liverpool echter komt de S.S. Zijpenberg hier niet aan. Het is duidelijk dat de schepen en hun bemanning niet worden ontzien, het schip blijkt te zwaar geladen te zijn voor de winterse omstandigheden. Wederom moet het schip in waarschijnlijk erbarmelijke omstandigheden voor de bemanning terug naar de vertrekhaven. Onderwijl moet het voor Jaap toch een extra zware beproeving zijn geweest in een donker vies hol in de buik van het schip. Daarnaast zal er de nodige extra druk op hem geweest zijn om de kolenlading goed te verdelen nu het schip overbeladen blijkt te zijn. Het schip zal zijn lading compleet lossen waarna waarschijnlijk weer defecten aan het schip worden ontdekt. Het logboek geeft aan dat het schip na aankomst op 28 februari 1941 in Boston gerepareerd moet worden. In interviews en ook in het door broer Aad gemaakte dagboek zitten wat verschillen, zoveel jaar later zijn locaties en ook gebeurtenissen waarschijnlijk door elkaar gehaald.
Niet echt verwonderlijk gezien de belevenissen die Jaap allemaal meemaakt waarbij ook nog aangemerkt moet worden dat broer Aad niet de beschikking had over de bronnen die ik nu heb. Ik heb in het volgende stuk daarom de keuze gemaakt om bij verschillen de stukken uit het archief leidend te laten zijn ten opzichte van ooggetuigenverslagen.

Kaart logboek reparaties in Boston S.S. Zijpenberg National archives.
Het schip ondergaat de hoognodige reparaties in verband met een ontplofte bom op het achterdek. Deze reparaties duren langer dan verwacht in verband met de vele schepen, zo’n 70 die er volgens Jaap liggen te wachten. Uit Jaap zijn paspoort blijkt dat hij in Boston een visum voor 3 weken krijgt. Getuige de vele verzamelde ansichtkaarten maakt hij waarschijnlijk van die tijd gebruik om het Noorden van Amerika te verkennen. Hij gaat dus wel van boord echter nog niet permanent zoals ook door zijn dagboek en staat van dienst wordt bevestigd. Het schip blijft echter door noodlot getroffen worden, er wordt nogmaals een reis gecanceld.
Ook vermeld het logboek een casualty op 19 maart 1941, Jaap is dan waarschijnlijk nog niet terug van verlof en mist dit incident. Op 17 mei 1941 gaat de S.S. Zijpenberg als onderdeel van konvooi SC-32 via New York richting Hull in Groot-Brittannië. Het personeel zal dit waarschijnlijk met gemengde gevoelens gedaan hebben. Zolang je in de haven ligt ben je namelijk relatief veilig, zeker in de Verenigde Staten die op dat moment nog neutraal zijn. Ik kan mij echter ook voorstellen dat het telkens uitvallen van het schip tot de nodige frustratie leidt. Zeer zeker bij een jonge vent als Jaap die dan 19 lentes jong is. Dat de frustratie niet alleen bij hem hoog zit blijkt wel uit een notitie waarbij er 13 bemanningsleden gezocht worden voor de volgende trip, het is dan inmiddels juni 1941.
In het logboek staat dat er op 17 juni 1941 in Hull kleine reparaties gedaan moeten worden, deze zullen ongeveer een week in beslag nemen. Hoe Jaap hierop reageerde is onbekend maar het geduld wordt wederom aardig op de proef gesteld. In juli 1941 vertrekt het schip richting Tampa, Florida met konvooi OB-343 waar het op 29 juli 1941 aankomt. Op 14 augustus 1941 vertrekt het schip naar Halifax waar Jaap inmiddels al talloze keren is geweest en vandaar gaat het naar Sydney waarvandaan de zwaarste tocht in Jaap zijn tijd op zee gaat plaatsvinden. Op 30 augustus vertrekt de S.S. Zijpenberg uit Sydney in konvooi SC-42. Inmiddels hebben de geallieerden een nieuw voordeel door het kunnen lezen van Duitse gecodeerde berichten die worden verstuurd met de codeermachine Enigma. Hierdoor weten diverse konvooien succesvol uit handen van de U-boten te blijven. De Duitsers kunnen het niet verklaren waarom er ineens minder schepen gespot worden. Het zorgt er in ieder geval voor dat de U-boten hun tactiek aanpassen en zichzelf verspreiden over de Atlantische oceaan om zodoende middels observatie konvooien te vinden om die dan gezamenlijk in een zogenaamde Wolfpack aan te vallen. Wolfpack Markgraf verspreid zich op 28 augustus 1941 globaal tussen Groenland en IJsland en wacht op wat komen gaat. Ondertussen komt het konvooi stap voor stap dichterbij. Door het aansluiten van schepen die afkomstig zijn uit Noord-Amerika wordt het een naar verhouding voor die tijd groot konvooi met 65 vrachtschepen die slechts door een destroyer en 3 corvettes van de Canadese marine worden beveiligd. Door informatie via de ontcijferde Duitse berichten maakt ook konvooi SC-42 een omweg echter door slecht weer en kruiend ijs blijkt het niet mogelijk om compleet buiten het bereik van de U-boten te blijven.
Kort filmpje gemaakt door het Smithsonian, over een andere succesvolle aanval door een wolfpack.
Wat daarbij ook niet helpt zijn de grote rookpluimen die door de meeste schepen worden uitgestoten en al op vele zeemijlen afstand waargenomen kunnen worden. Ze worden dan ook ontdekt door de U-85 die direct tot de aanval overgaat maar niet succesvol blijkt, al snel sluiten andere gewaarschuwde U-boten aan, in totaal 14 stuks die gedurende de nacht beginnen met aanvallen waarbij op 9 september 1941 het Britse schip de Empire Springbuck het eerste slachtoffer is. Op 10 september worden door diverse U-boten 8 schepen geraakt, op 11 september 9 schepen en daarna nog 2 schepen. Van de 20 geraakte schepen zinken er 16 waaronder het Nederlandse schip S.S. Winterswijk. Jaap spreekt in zijn dagboek over een incident waarop een schip welke naast zijn schip vaart getroffen wordt. De klap is zo heftig dat hij via de trappen naar boven vlucht en hierbij gewond raakt aan zijn been. Het moet een beangstigend moment geweest zijn. De aanval op dit konvooi blijkt de succesvolste aanval in de geschiedenis te zijn. Het is ook de eerste keer dat er officieel een gekelderde U-boot wordt geregistreerd. Dit is een schrale troost gezien de grote verliezen aan schepen, voorraden en manschappen. Hoelang Jaap nog op de S.S. Zijpenberg is gebleven wordt niet helemaal duidelijk. Zijn staat van dienst geeft aan tot midden september 1941 echter zou zijn monsterrol midden op zee gestopt zijn. Aannemelijker is het dat hij een aantal weken later van boord is gegaan in de Verenigde Staten wanneer de S.S. Zijpenberg Boston en Newport aandoet. Dit is de plaats die in Jaaps dagboek ook beschreven wordt als de plek waar hij aan wal gaat. De S.S. Zijpenberg moet hier wederom reparaties ondergaan, ook dit wordt als reden gegeven om het schip te verlaten. In een interview afgenomen voor de vaandeldrager in de jaren 80 verteld hij ook dat hij wel klaar was met de gevaren op zee. Het leek Jaap namelijk veiliger om vanachter een boompje op de vijand te schieten dan op een schip te zitten. Of hij daar na Operatie Market Garden en de Slag om de Schelde nog zo over dacht vertelt het verhaal niet.
Jaap is dus voor nu even aan wal, veel is er geschreven over zijn ontsnapping aan de dood door het vertrek van de S.S. Towa te missen, ik durf echter gerust stellen dat zijn tijd op de S.S. Zijpenberg een stuk heftiger was.
En de S.S. Zijpenberg? Het is gezien de vele mankementen aan het schip ongelofelijk maar het schip overleeft de oorlog. Niet zonder nog meer drama overigens want op de dag dat de Japanners Pearl Harbor aanvallen op 7 december 1941 overvaart de S.S. Zijpenberg het Canadese marineschip de HMCS Windflower. Het schip geleend van de Britten met nummer K-155 verdwijnt met zijn complete bemanning in de diepte, 23 mannen vinden hierbij de dood. De S.S. Zijpenberg en zijn bemanning zal ondanks alle ellende een grote bijdrage leveren aan de bevoorrading van de geallieerde strijd. Zij maakt meer dan 50 keer deel uit van een konvooi, een uitzonderlijke prestatie. Nog een leuke anekdote die in het logboek te vinden is. Op een van de eerste tochten na het vertrek van Jaap moet het schip terugkeren naar de haven vanwege verschoven lading in de bunkers. Jaap zal op dat moment met volle teugen aan het genieten zijn van zijn tijd in Texas, in alle opzichten het tegenovergestelde van de vieze kolenbunkers.

Logboek met tekst over de verschoven lading. National Archives.